De wegen van de Noren; Noorwegen

Oh het wordt lekker weer vandaag dus doe maar een korte broek aan en neem je jas mee. Wederom een prachtige dag met mooie blauwe hemel als we aankomen bij Gudvangen voor een cruise door de prachtige fjorden.

Het is een flinke boot met wederom heel wat verschillende nationaliteiten. We staan nog achterop als de boot precies op tijd weg vaart en draait zodat we helemaal vooraan staan. Ondertussen wordt het steeds frisser en voel ik me flink een ontaarde moeder als ik kippenvel op de blote benen van de rakkers zie terwijl ik zelf een lange broek aan heb. Ze geloven het wel met dat uitzicht als een ansichtkaart en gaan naar binnen. Waar ongetwijfeld wifi is en hun leven verder gaat. Ook wij hebben het fris zo nog in de schaduw van die enorme bergen maar het uitzicht doet het hart sneller kloppen en maakt warm vanbinnen. De boot is ondanks dat deze best groot is, werkelijk fluisterstil en het lijkt haast of we zweven over het water. Overal waar je kijkt, wonen mensen in alle uithoeken en dat blijft verbazen. De hoge hoogspanningskabels zorgen voor elektriciteit in ieder van deze uithoek met belachelijk uitzicht. Waar geen weg naar toe kan, gaan de mensen met een bootje naar de weg. Hier komt Appie écht niet tot in de keuken bezorgen.

Ondertussen is het selfiegehalte van onze Aziatische medemens weer tot een hoogtepunt gestegen. Bizarre brillen, fluwelen handschoentjes en de meest clowneske uitdrukkingen op hun gezicht met dat eeuwige peaceteken door hun vingers. De rakkers vinden het prachtig en ze zeggen dat hun eerste woordje vast niet papa of mama zal zijn geweest maar selfie of foto. Fótó fótó, ze kunnen er geen genoeg van krijgen. Op google translate wordt het woord foto opgezocht in het chinees om te vertalen: Zhàopiàn is de uitkomst waarbij ze de smartphone dit laten uitspreken. Om te gíeren vinden ze het en gebruiken mijn motto; je ziet die mensen morgen toch niet meer dus we gaan vooral door met lachen.

Maar ook wij maken hier een selfie want deze achtergrond is gewoon te belachelijk mooi. Mijn camera legt onder mijn bezielende vingers dat vast wat ik zie. Terwijl ik weet dat dat nooit gaat lukken. Te groot, te wijds, te immens. Ondertussen wordt het in het zonnetje weer een stuk beter als we eenmaal de splitsing voorbij zijn met de ander Fjord en uit de schaduw van de bergen zijn. We zien het haventje van Flåm weer waar een mega cruiseboot uit Italië ligt. We hebben nog even tijd voor een souvenir-shop-stop en stappen dan in de bus die ons naar de auto brengt waarbij we voor de 4e keer door de ruim 11 km lange tunnel gaan.

Uiteraard wil Puber in de avond naar de Fjordenpaarden die wij gesignaleerd hadden aan de overkant. Wederom 40 Kronen in het bakje maar wat is het dat gezichtje van haar toch dubbel en dwars waard als ze haar geliefde paardenras daar vredig ziet grazen. De rakkers vinden het net zo geweldig daar bovenop die berg en knuffelen de paarden die ontzettend lief zijn. Puber ademt ze in om weer mee te nemen in haar dromen. Het is een unieke plek waarbij alle dieren samen in een gigantische vrijheid en ruimte kunnen leven. Vind je het gek dat ze zo relaxt zijn! Het is een bizar mooie plek en ik voel me hier echt even the queen of the world.

De volgende dag gaat wederom de wekker. Sorry rakkers maar we willen naar Bergen en daar schijnt het zo’n 274 dagen per jaar te regen. En juist vandaag even niet en morgen weer wel, dus up we go. Het is ruim 100 kilometer en in onze beleving is dat een uurtje rijden. Hier kan je het dubbele rekenen met een snelheid van rond de 70 km/uur door de bergen. Op de achterbank hoor ik allerlei Minecraft termen terwijl ik mijn ogen wederom uitkijk. We zijn nog geen half uur onderweg als we stoppen bij de Twinwaterfall. Twee watervallen naast elkaar die gelijk zorgen voor een hoeveelheid aan toeristische bussen en een giftshop. Het is een kwestie van de foto zo te nemen dat je dat nou net niet ziet. En natuurlijk onze eigen twins ervoor en op de foto. Moet ik wel eerst een deal voor maken want ze geloven het wel met moeders en haar camera inmiddels.

Weer verder opweg zie ik de boeren behendig met hun grasmaaiers het grasmaaien op de glooiing van de bergen. Het gras wordt weer verzameld, gebundeld en als een soort van gekleurde marshmallows liggen ze even later te wachten om te worden opgehaald. Samen met de koeien en de schapen is dit hun bestaan in de landbouw. Vele kilometers terug was dit vooral veel graan wat verbouwd werd en sierden de graanvelden goudkleurig het landschap. Het lijkt bijna of we in het spel Kolonisten zitten af en toe. Heb jij voor mij bos/bomen dan heb ik voor jou wol of graan. Alles is in overvloed aanwezig hier dus dat moet geen probleem zijn!

Bijna twee uur later arriveren we in Bergen waar het heerlijk weer is en gezellig druk. Een parkeerplekje is zo gevonden en even later lopen we al over de vismarkt richting de gekleurde Hanze-handelshuizen Bryggen. Bij de vismarkt waar de ongezouten gedroogde vis hangt en de zalm in het ijs, wil niemand stilstaan maar bij de nieuwe souvenirswinkels uiteraard wel. Tussen de huizen door lopen we door een straatje aan de achterkant waar een heel dorp tevoorschijn komt. Alles is van hout zowel de vloer waar je op loopt als de kleine ambachtelijke winkeltjes met sieraden, schilderijen en edelstenen. Alles door kunstenaars met de hand gecreëerd. Ondanks de vele toeristen een ontzettend gezellig stukje wat je totaal niet verwacht aan de voorkant.

Het is inmiddels warm geworden en we hebben trek gekregen. Na een ietwat dure lunch, geweldig in het zonnetje buiten op het terras en een biertje dat ik voor 14 euro toch heb laten staan, besluiten we met de kabelbaan (fløibanen) de berg Fløien op te gaan. Om zo uitzicht te hebben over de hele stad. Bovenop zie je veel meer van de stad die zo veel groter blijkt. Het uitzicht rijkt tot ver over zee waar de ferry’s en cruiseschepen varen naar de diverse bestemmingen. Naast het bizarre uitzicht en onze selfie-medemensen is er ook een restaurant en uiteraard een giftshop. Maar er blijken ook geweldige wandelpaden te zijn en de rakkers vermaken zich nog even in het trollenbos. Als iedereen vermoeide benen krijgt, besluiten we naar beneden te gaan en langzaam terug naar de auto te lopen. Ook de toeristen blijken hun weg terug te hebben gevonden want het is een stuk rustiger inmiddels.

Het is nog 2 uur terugsturen en we tellen de tunnels op dit stuk van Bergen naar Myrkdalen. Het blijken er 40 (!) te zijn van tientallen meters tot tientallen kilometers. En wat maakt het land nou zo anders dan bijvoorbeeld Frankrijk of Oostenrijk? Hier is ieder dal water en wonen de mensen aan de voet van de bergen bij het water. Terwijl in die andere landen daar geen water is maar het dal waar de mensen wonen met hooguit een rivier die er doorheen stroomt. Precies wat dit Fjordengebied zo speciaal en anders maakt. Met zo’n vijf miljoen inwoners op zoveel oppervlakte (één van de dunst bevolkte landen van Europa) in een oase van rust plus letterlijke en figuurlijke rijkdom door hun overweldigende natuur en winning van olie en gas.

De volgende dagen zijn inderdaad wat grijzer en grauwer waarbij we de indrukken van de afgelopen dagen kunnen laten bezinken in ons geliefde huisje met weer een heerlijk gebakken Noorse wafel. Tot het weer tijd is om te vertrekken naar onze laatste bestemming in het Telemark gebied. Alhoewel het geen mooi weer is, maken de lage wolken de rit mysterieus en minstens zo mooi. De watervallen die zich tegoed hebben gedaan aan de regen, zijn voller en breder dan de dagen ervoor en zijn overal goed zichtbaar. Maar dan is daar ineens die allergrootste en heftigste waterval die ik ooit heb gezien. Wederom zonder enige aankondiging maar het aantal auto’s naast de weg zeiden genoeg om te stoppen. De dubbele waterval Låtefossen bij Odda is een bulderend overweldigend lawaai aan neerstortend water gevoed door smeltwater dat uiteindelijk eindigt in een rivier. We houden het letterlijk niet droog net als mijn camera maar dit is écht te gek. Bibberend stappen we weer in de auto terwijl de rakkers even opkijken vanaf Minecraft voor waterval nummer nog wat. Ik zeg nix.

De tocht gaat verder langs de Hardangerfjord over letterlijk smalle wegen. We gaan over de nog redelijk nieuwe Hardangerbrug en belanden in een tunnel waarbij aan het einde zelfs een blauw verlichte rotonde is. Dit verzin je gewoon echt niet. Het zijn letterlijk de wegen van de Noren. De hoeveelheid tol is dan ook niet vreemd in dit gebied. Voor je het weet, nader je een bomstasjon. Dan word je niet geëxplodeerd zoals de rotsen voor het maken van een tunnel, maar dan word je geflitst voor de tol. Even een kleine aankondiging van wat het je gaat kosten en er is geen weg terug voor als je niet wil. Een explosie in je portemonnee. Ondertussen vinden de dyslecten onder ons het Noors vaak prima te lezen. Er is namelijk niets mis met lunsj, sjokola, stasjon of sentrum toch?

We rijden vlak langs het water waarbij we gelijk met de zeespiegel komen en dan stijgen we weer enkele honderden meters. De fruitbomen maken hier een groot deel uit van het landschap en divers fruit wordt aangeboden in de kleine huisjes langs de weg zowel bemand als onbemand. Uren later zien we dan het eind van het haast oneindige water naast ons en rijden we steeds meer omhoog. Het landschap verandert in het nationaalpark Hardangervidda, de grootste hoogvlakte van Europa en waar het zonnetje langzaam bij komt voor weer een aangename temperatuur. Denk je dat je aardig wat gezien hebt inmiddels de afgelopen weken, krijg je dit. Het restant van een berggebied dat in de ijstijden door gletsjers is afgesleten. We komen haast niemand tegen en deze bizarre hoogvlakte geeft een immens ‘walking on the moon’ gevoel. Met sneeuw in de bergtoppen, watervallen, rotsen en ook hier loslopende schapen. Ge-oormerkt, met bel en zelfs een strik. We komen bij hen op visite in de mega-achtertuin van hun boer. Ik kan alleen nog maar bèh zeggen want meer woorden kan ik even niet meer vinden voor deze weergaloze uitzicht.

Vele kilometers en onverwachte natuur verder, komen we zuidelijker aan van het Telemark gebied en rijden naar Vradal. Ook hier is ons huisje gelegen tussen vele andere en tegen een berg aan. Het duurt even maar dan steken we voor de laatste keer een sleutel in een onbekend huisje. Het is weer totaal anders met twee zitkamers, badkamer met sauna en een gigantische veranda buiten met bbq. Twee ‘Friends’ stoelen nodigen gelijk uit om uit te klappen. Net als Chandler en Joey liggen twee rakkers even later languit te chillen met bijbehorende grijnzen. En een grote zak chips op tafel. We besluiten, gezien de lange en indrukwekkende reis van deze dag, de volgende dag rustig aan te doen. Het meer aan het begin van het park bevat een vlot met trampoline en klimkussen in de vorm van een ijsberg. De avondzon en windstilte nodigen uit. En ja, als er één rakker in het water is, volgt de rest. Het is koud, héél koud water maar ze gaan door en zwemmen naar het vlot en de berg. Hebben lol samen op deze prachtige zwemplek en komen klapperend aan om gauw naar de warme douche en sauna te worden gebracht. Maar wat was het gaaf!

De laatste trip die we hier gaan doen is naar het elandenpark Elgtun. Meer uren dan kilometers om er te komen máár die beesten willen we nu toch echt eens in het echie zien. Er schijnen er zo’n 300.000 rond te lopen maar er is er geen één die even zijn neus wil laten zien. We rijden langs het Nissemeer dat met een oppervlakte van76.30 km² en een lengte van ongeveer 35 km ontzettend groot is. Veel kleurrijke bomen sieren de weg die we verder volgen waar maar weinig tegenliggers of andere medeweggebruikers worden gesignaleerd. Elgtun is het eerste Elandenpark van Noorwegen waar tamme elanden wonen in hun natuurlijke omgeving van bos. Een ruig en heuvelachtig terrein met een aantal waterbronnen. En dan is het ineens best raar als je Nederlands hoort spreken door de gids die ons meeneemt door dit gebied. Vanuit Heerhugowaard is hij hier beland om mee te helpen met bouwen en verbouwen. Gebleven om de rust en de natuur. Eh, geef ik hem ongelijk?

Het is zo fantastisch om die prachtige elanden nu eindelijk in het echt te zien en ze zelfs te mogen aaien. Hun lange dunne benen waar ze wel met 40 kilometer per uur die berg op rennen maar ook hun prachtige imponerende geweien en hun lieve bruine ogen en snuitjes. We leren dat ze ook heel goed kunnen zwemmen en duiken wel tot 5 meter diep. Dat verwacht je toch niet?! Ze zwemmen op een avond met gemak een paar keer het meer heen en weer. Eten doen ze de hele dag en kennen nagenoeg geen vijanden. Na de rondleiding en deze interessante informatie, mogen de rakkers de tweeling elanden Olga en Orvar bananen voeren. Dit is zó gaaf ondanks dat het geen wilde elanden zijn, hebben we ze toch een keer écht gezien. Dit is genieten 2.018! Ik voel me het zusje van Jochem Myjer en kan blijven stuiteren.

Helaas komt aan al dit moois een eind en rijden we twee dagen later weer naar Oslo voor de boot naar Denemarken. Oslo herkennen we van 3 jaar geleden alleen zijn nu de winkels open, wordt er nog even geshopt en als laatst gegeten bij de gele M. Met veel landgenoten wachten we even later op de boot. Ondanks dat deze vrij laat aankwam, vertrekken we op tijd. Het waait flink maar het is nog wel warm op het dek. Diezelfde wind zorgt voor een onstuimige nacht die we niet hadden voorzien. We slapen redelijk voorin bij de boeg en het lijkt alsof de zee de boot in tweeën splijt. Wat een knal als de boot los lijkt te komen van het water! Voor mijn gevoel liggen alle auto’s beneden minstens op een hoop op elkaar. Ik voel me nu alles behalve de queen of the world. Na deze korte doch lange nacht, is er nog een rit voor de boeg van 1000 km. Een lange rit met veel file bij Hamburg en Bremen. Maar we komen thuis en verlangen naar eigen douche en bed. Een bed van 180 cm breed dat dan weer wel. Dromend van onze prachtige vakantie in een bizar mooi land. De herinneringen worden in stand gehouden door ruim 1000 foto’s en dronefilms.

Takk hyggelig norge!