Bloedbroeder

Lachend steekt ze de naald in mijn arm terwijl ze ondertussen vraagt of het goed met me gaat en of ik last van de naald heb. In alle oprechtheid zeg ik dat het prima gaat. Het zakje in het apparaat denkt er echter anders over en geeft dit aan door geluid te maken. Zonder enige stress met een zojuist mooie bloeddruk gemeten, krijg ik een stressballetje om in te knijpen. Het apparaat staakt gelijk de geluiden en het bloed stroomt prima door.

Enthousiast vertelt de verpleegkundige dat die meneer in de hoek versierd is met vlaggetjes om zijn stoel omdat hij al voor de 200e keer geeft. Ok, in dit geval plasma dan en geen bloed en hij geeft ook al vanaf zijn 18e dus dan maak je sneller meters in liters. Het is minder belastend voor je lichaam dan gewone bloeddonatie, omdat je de bloedcellen direct weer terugkrijgt. Ik geef deze rooie rakkers gewoon elke keer weg met een halve liter dus ja das een ander verhaal. Maar deze meneer, die geniet van al deze aandacht, komt dus heel vaak om hier ruim een uur te zitten. Voor anderen en de wetenschap. Ok dan, vast ook wel door de goede zorgen van de lieftallige donorassistenten! Het blijft een man tenslotte.

Terwijl ik naar de man en zijn vlaggetjes lig te kijken, komt de donorassistente stralend vertellen dat ook ik een jubileum heb met voor de 30e keer geven. Met onderbrekingen van zwangerschappen, verre landen bezocht, tatoeages maar ook ziekte en medicijnen, een mooi aantal in al die jaren. Ik krijg een lijst met presentjes als attentie voor dit mooie getal. Het collectorsitem van Suske en Wiske met Bloedbroeder als titel gaat het worden. Als ik dan toch aan het geven ben, geef ik deze aan de rakkers. Heb je een tweeling? Nou meid, dan krijg je er toch 2! Nog een kind? Nou meid, dan krijg je toch een USB-stickie erbij!

Het is letterlijk een feestje aan het worden en terwijl ik relaxed onderuit lig en er goed voor me gezorgd wordt, gaan mijn gedachten terug na al die jaren als bloedbroeder. Begonnen op mijn 23e door een oproep in de brievenbus. Ik twijfelde geen moment en gaf me op terwijl ik hetzelfde deed voor orgaandonor. Vanaf die tijd ben ik voor beide geregistreerd. Nooit heb ik zelf bloed nodig gehad al was het op het randje met 1,8 liter verliezen tijdens de tweelingbevalling. Maar het idee dat je iets kunt geven wat je zelf kunt missen en een ander het leven kan redden of beter maken, gaf meer dan een goed gevoel. En er zou zo maar een moment in het leven kunnen komen dat je het zelf nodig hebt of misschien nog wel erger; je kind. Dan ben je toch meer dan blij dat het er is. En ja, er is áltijd te kort.

De eerste periode als bloedbroeder was in de hal van de polikliniek in het ziekenhuis. Het was altijd ontzettend speciaal om zo met z’n allen in de avond te zitten wat overdag er heel anders uitziet. Aan tafel na afloop met de veteranen onder de bloedbroeders onder het genot van koffie, thee en limonade en heerlijke koeken. De oudere garde kreeg er vroeger nog een glaasje whisky bij na afloop waren de grote verhalen. Tja, vroeger was alles beter bewijst maar weer. Op tafel liggen de gastenboekjes van jaren met allerlei opgeschreven ervaringen en anekdotes. Het was nog net geen kroeg zo gezellig met mensen die komen voor hetzelfde doel en voor de rest zo verschillend zijn. Jong, oud, man of vrouw.

Tot de verhuizing naar een nieuw pand waar het toch heel anders werd. Modern, strak en functioneel. Best mooi maar het vertrouwde gezellige kroeggevoel miste ik daar wel. Mijn moeder werd hier mijn bloedbroeder in crime en samen zijn we vele jaren trouw gegaan tot haar 70e levensjaar. De maximale leeftijd om te geven was bereikt dus ik ging weer alleen verder. Wederom een verhuizing naar een nieuwe locatie daar deze locatie niet voldeed aan de juiste klimaatbeheersing. Ook hier was het weer even wennen maar nog steeds met vele vertrouwde gezichten als donorassistenten die al jaren samenwerkten.

Ondertussen zit mijn afname van minder dan 10 minuten erop, wordt de naald uit mijn arm gehaald en de plek verbonden. Ik verheug me op het moment van een cappuccino en een grote roze koek aan de tafel. Die koek had ik al gesignaleerd bij het invullen van de vragenlijst. Altijd weer een keuze; stroopwafel of roze koek?  Sonja B. zal zich een kilootje in de rondte schrikken van al deze calorieën in één zo’n ronde suikerknaller. Maar met dat halve litertje minder vind ik het een prima aanvulling. Maar dan, dan blijkt dat beiden op zijn! Hoezo dan? Van de gastvrouw krijg ik mijn cappuccino en ik besluit een Merci te nemen samen met een krantje. De roze koek alweer snel weer vergetende.

Even later rijd ik in het donker weer terug naar huis. Het weekend staat voor de deur en het gevoel van geluk stroomt door mijn aderen. Dankbaar voor weer een bijzondere avond en het geven van bloed omdat ik zelf gezond ben. Trots dat mijn lijf het weer aankan om dit te doen. Over zes weken zijn de rodebloedrakkers weer aangevuld en ben ik weer op het ‘oude’ niveau. In afwachting van mijn nieuwe oproep en wellicht vele nieuwe bloedbroeders die met me meegaan. Nee je hoeft écht niet bang te zijn voor de naald, er is altijd een bloedbank bij jou in de buurt, 3 tot max 5 x per jaar een uur kan ook als je het druk hebt, en ja ze hebben altijd te kort.

Geef met je hart, geef bloed!
Je zal het zélf maar nodig hebben…..