Lente is weer in ’t land

De zon piept langs de randen van de rolgordijnen de slaapkamer binnen. Wakker worden uit jezelf door het licht is altijd beter dan van de wekker. Het voelt gelijk anders. Tegenovergesteld aan onheilspellend maar met dezelfde wakkere, alerte energie.

Buiten hoor ik het geluid van de eerste hoge drukspuiten en boormachines hun ruimte in de rust innemen. Mannen worden weer aan het werk gezet met elektrisch gereedschap terwijl de vrouwen de boel opleuken met kittige viooltjes.

Alhoewel de kreukels uit mijn verfrommelde slapende gezicht niet sneller wegtrekken, gaat het wakker worden mentaal verder wel sneller. Fysiek loop ik altijd een mijn eigen zomertijd-uurtje achter. Met 44 lentes verder ervaar ik een mindere souplesse en dient de onderrug te worden los gemaakt met een Zonnegroet of Cobra om de dag niet krom te beginnen.

Eenmaal buiten is die speciale en vooral ondefinieerbare geur in de lucht. Net als de smaak van cola niet uit te leggen in specifieke woorden. Het ontwaken uit de bezinning en rust van de winter is aangebroken. En we zijn niet de enige die het merken. De f*cking pitchen op het dak is gelijk in zijn repeteerstand roekoe aan het verkondigen. Ieder voordeel heb ze nadeel blijkt maar weer.

Donker ouder groen maakt plaats voor fris fruitig sappig groen. Oude besjes worden letterlijk ingeruild voor jonge blaadjes. Naar boven rijkend om maar iedere glimp te kunnen opvangen van het goud uit de lucht voor verdere groei en bloei.

Lijkt het nou zo of lacht iedereen inclusief me, myself & I meer? Uit onze holen gekropen weer tijd voor een geïnteresseerd luchtig praatje in plaats van eenzijdig turen op een scherm. Die blauwe hemel en het stralende goud zorgen letterlijk voor meer warmte en verbinding.

Op de fiets is mijn bestemming er haast te vroeg met de muziek van Justin Timberlake in mijn oren. De verlichte energie lijkt eindeloos met mijn voeten op de trappers. Ideeën, inspiratie en zelfs jeugdigheid komen naar boven. Ben ik eigenlijk een halve oude bes op die stalen ros, voel ik me even een jong, pittig, levendig jong blaadje achter mijn zonnebril. Ach, daar plukt manlief dan toch ook weer zijn voordeel van. Dat dan weer wel.

Maar diezelfde natuur kan ook behoorlijk meedogenloos zijn. Lijkt alles liefelijk te gaan om de romantiek en het flirten in het voorjaar, gaat het er ook kneiterhard aan toe. De eenden, die er genetisch ook niks aan kunnen doen dat ze zo lelijk zijn, gaan achter elkaar aan met een kennelijke hoge, opgespaarde nood voor de manlijke exemplaren.

Van tijd nemen om jezelf überhaupt voor te stellen of in ieder geval daten, is er niet bij. De woerd grijpt zijn vrouwelijke soortgenoot bij de nek en gooit zijn volle gewicht boven op haar. Kansloos is ze in deze brute verkrachting out in the open naast het fietspad. Ik weet zeker als zij straks braaf op haar eitjes zit en zich met alle liefde ontfermt over haar kuikens, hij zich uit de voeten maakt op zoek naar een volgend jong blaadje.

Ondertussen is het genieten van dat wat er even is. Een cadeautje wat je niet kopen maar alleen op getrakteerd kan worden. Beetje mijmeren met het gezicht in het zonnetje. Denkend aan iets of juist niets. Plannen makend voor de vakantie in de zomer of filosofisch het dagelijkse leven onder de loep nemen. Met een biertje of wijntje binnen handbereik, proostend op de cirkel van dit leven.