Twin life

Ik kijk opzij recht in zijn bruine ogen. Nog niet eerder heb ik hem gezien maar ik herken hem gelijk. Eigenlijk ken ik hem al een tijdje en zijn blik voelt daarom gelijk vertrouwd. Zijn rust maar tegelijk vooral de aanmoediging in zijn ogen geven me kracht. Kracht die ik letterlijk en figuurlijk volledig kwijt ben geraakt. Ik sta op het punt om op te geven. Volledig op te geven. Ik wil niet meer. Ik kan niet meer.

Maar ik besluit niet op te geven. Door te gaan. Niet voor mezelf, niet voor haar. Nee voor zíjn zusje. Want zonder haar te hebben gezien, kent hij haar als geen ander. Letterlijk en figuurlijk is ze zijn wederhelft. De eerste minuten zonder haar alleen, ziet gelijk als incompleet. Ik zet weer kracht bij al moet er uiteindelijk worden ingegrepen.

Uren later worden ze dan toch herenigd. En alhoewel ik totaal geen idee heb of ze mekaar al kunnen zien, kijken ze elkaar gelijk aan. Hun nabijheid zo vertrouwd maar de aanblik totaal nieuw. Onderzoekend draaien ze automatisch met hun hoofdjes naar elkaar toe. Nog totaal overweldigd door zo plotseling letterlijk in het daglicht te worden gezet na al die maanden samen in het donker.

Als een puzzeltje passen ze ook nu zichtbaar in elkaar. Hij, de grote beer van een boer van bijna 4 kilo en zij, het kleine fragiele meisje als zusje een kilo lichter. Hij die zich na lang slapen flink kon uitrekken waardoor zijn billen nog net niet mijn adem afsneden en zij die dan geïrriteerd een por gaf omdat haar ruimte nog minimaler werd. Of dat ze om en om de hik hadden en ik zelf net een golfslagbad werd. Mijn navel beurs en blauw van al die bewegingen met een huidlaag van nog geen halve centimeter tussen hen en de buitenwereld. De donkere intimiteit heeft plaats gemaakt voor een andere ontmoeting.

Als ze later niet samen in de wandelwagen liggen, liggen ze wel samen in de box. Probeer ik ze tegelijk te voeden door creatief met kussens als ondersteuning te worden. Waar de een is, is de ander en andersom. Dag in dag uit, week in week uit, maand in maand uit. Alles gaat tegelijk. Zowel wat erin gaat van boven, als eruit gaat van onder. Ze kennen elkaar door en door. Geluiden, grapjes, praten, spelen, onenigheid en streken. Hun onzichtbare lijntje veert heen en weer tussen geven en nemen. Uitdelen en incasseren. Ze weten exact waar de grens is van de ander en hoe ermee om te gaan.

Ze helpen elkaar te ontsnappen uit hun ledikantjes als ze wakker zijn of helpen elkaar over de rand van de box zodat ze iets kunnen pakken. Lees; een doos zakdoekjes om volledig te versnipperen. Ontsnappen naar buiten als ik op zolder met mijn hoofd in de wasmachine zit. Afgesproken werk om sneaky de straat in te lopen dus. Maar als hij letterlijk op zijn kop achter de bank valt en niet meer terug kan komen, komt zij mij volledig in paniek halen omdat hij klem zit en au heeft. En als de een waterpokken heeft, krijgt de ander het gelijk ook en hebben we dubbele gepokte kindjes.

Lopen konden ze 5 dagen na elkaar en hetzelfde gold voor het zindelijk worden. Tanden vielen nagenoeg tegelijk uit hun mond waarbij ze het zelfs presteerde om op dezelfde dag, dezelfde tand te wisselen. De rolverdeling is automatisch in de verzorgende (zij) en verzorgd worden (hij). Ze voert hem met alle liefde en helpt hem als iets niet lukt. Een niet afgesproken vanzelfsprekendheid die tot op de dag van vandaag nog steeds geld. Krijgt de een op zijn/haar donder, komt de ander gelijk voor diegene op. Ook al is die boos op die ander. Snap je het nog? Nee ik snapte het ook vaak niet! Als hij de grootste grappenmaker ooit weer op zijn grappenmakerstoel zit, is zij zijn allergrootste fan waardoor hij met zijn succes nog een tandje bij schroeft.

Het eerste schooljaar was zonder elkaar volgens de ongemotiveerde regels van school. Ze moesten erg wennen. Niet alleen de scheiding van mij na zoveel jaren altijd samen maar juist ook van elkaar. Het ineens in je eentje moeten doen zonder de ander als je ruggengraat. Het was pittig voor beiden. Een ander afscheid volgt als ze allebei hun eigen kamer krijgen om zo toch een eigen plek te hebben. Slapen zonder de bekende ademhaling van de andere in de stilte van de nacht.

Heeft hij een vriendje, wordt zij er verliefd op en spelen ze gedrieën. Wordt zij verliefd? Dan is het automatisch ook zijn nieuwe vriendje. Zo ook met de vriendjes in de straat. Waar hij is, is zij en andersom. Met wat uitzonderingen daargelaten. Gaat zij lekker in bad en moedig ik dat aan omdat vooral even alleen te doen, zit hij even later ook in bad en neemt de barbies op de koop toe in het badwater. Het is geven en nemen.

Hebben ze nagenoeg dezelfde achterstand met lezen en speling. Samen lezen ze buiten de klas en gaan ze nu ook samen het dyslexietraject in. Leren ze samen topografie en is het net als bij de zwemles toch een wedstrijd wie het eerste is en het beste. Wat overigens ook kan bij het drinken van een glas melk, tandenpoetsen of aankleden. It’s all-in the game!

Inmiddels zijn ze 9 en nog steeds is dat lijntje zo ontzettend aanwezig. Een vanzelfsprekendheid voor beiden in dat wat er samen is. Vanaf de eerste echo met twee vruchtzakjes en twee hartjes tot op de dag vandaag zo ontzettend bijzonder. In alle opzichten is het dubbel. In liefde en ontroering, in tijd en energie, in zwaarte en creativiteit, in dat wat je er voor laat en weer voor terugkrijgt.